Vrijwilligers vertellen
Hendrick, vrijwilliger bij de extra lijn in coronatijd
Hendrick (65) is een van de vrijwilligers die de Coronapraatlijn beantwoordt, een tijdelijk extra telefoonlijn bij de Luisterlijn. In het dagelijks leven maakt hij meubels van inlandse houtsoorten en heeft hij een praktijk voor stervensbegeleiding. Een combinatie waar hij blij van wordt.
“In mijn praktijk en werkplaats werk ik redelijk solo, daarom ontstond de behoefte aan ‘samenwerken’, het liefst ook met meerdere disciplines. Net als in het begin van mijn werkzame leven, waarin ik binnen de psychiatrie en verslavingszorg als verpleegkundige werkte. Ik hoop dat ik als vrijwilliger bij de Luisterlijn iets kan teruggeven van alles wat ik heb mogen leren en ervaren.”
Alle hens aan dek
“Eigenlijk zou ik als vrijwilliger gaan werken in een nieuw hospice toen het virus toesloeg. Maar omdat ik COPD heb, leek het hospice voor mij geen gezonde plek. Toen heb ik contact gezocht met de Luisterlijn om als vrijwilliger aan de slag te gaan en zo toch iets te kunnen bijdragen aan wat komen ging. Mijn gevoel zei namelijk: alle hens aan dek."
Mijn mening is niet van belang
”Ik kon snel aan de slag, omdat de Luisterlijn in korte tijd een alternatieve online trainingsmethode had opgestart. Hiermee kon de Luisterlijn de enorme groep mensen die zich meldden als vrijwilliger in deze bijzondere tijd van betekenis laten zijn. De reguliere Luisterlijntraining, met groepsbijeenkomsten, kon immers niet plaatsvinden. Het belangrijkste wat ik in de training onderstreept voelde, is dat mijn mening in een gesprek niet van belang is. Voor de beller leidt het kunnen “zeggen” wat hij/zij vindt en vooral voelt, vaak al tot opluchting.”
Contact
“Als vrijwilliger krijg ik een doorsnee van de bevolking aan de lijn, waaronder veel mensen met psychische problemen als gevolg van de coronamaatregelen, mensen met een klein sociaal netwerk, mensen met een uitkering, ouderen en omdat de eerste weken iedereen thuis zat ook veel mensen die ‘tegen de muren opvlogen’ en snakten naar een praatje, een vorm van contact.”
Angst, paniek, boosheid
“In de gesprekken hoor ik angst en paniek over wat het virus is en vooral hoe lang het gaat duren. Ik ervaar een tweedeling tussen mensen die het echt zien als een gevaarlijk virus en mensen die boos zijn op de maatregelen/de regering. Maar ook mensen die het virus zien als waarschuwing van moeder aarde dat het anders moet.”
Kracht van mensen
“Het meest raakte me de zorgvuldigheid die veel bellers in acht nemen om niet alleen zichzelf maar ook de ander te beschermen tegen besmetting en ook de kracht die soms van mensen afstraalt terwijl ze het niet echt getroffen lijken te hebben in het leven. Door te luisteren, vragen te stellen en af en toe iets over mezelf te zeggen, hoop ik er voor anderen te kunnen zijn.”
Telefonisch contact, maar toch zo dichtbij
“Een gesprek dat mij is bijgebleven, was met een vader van een gezin met jonge kinderen uit een andere cultuur. Hij was bang voor z’n baan en zo gespannen en nerveus dat hij op een gegeven moment (onbeheerst) moest huilen. We hebben daar alle ruimte (en tijd) voor genomen. Het was de eerste keer voor hem dat hij bij een andere man zo emotioneel kon zijn zonder schaamtegevoel. Hij benoemde dit ook; dit mag ik helemaal niet doen in mijn eigen omgeving. Hoewel ik wel wat gewend ben, maakte het indruk op mij. Telefonisch contact op afstand, met een onbekende aan de lijn en zonder elkaars gezicht te zien en toch zó dichtbij en intiem. Ja, daar doe ik het toch wel voor.”