Nieuwsberichten
Verhaal van vrijwilliger Anne Senden
‘Ik schrijf de verhalen na mijn dienst van me af’
Wat doe je als iemand belt die suïcidale gedachten heeft? Die eenzaam is? Of niet durft te scheiden, want dat is een taboe in het land van haar echtgenoot? Anne Senden (70) uit Heerlen biedt als vrijwilliger van De Luisterlijn al 27 jaar een luisterend oor. Zij vertelt over haar ervaring, de lessen die ze leerde en bijzondere gesprekken die ze voerde.
‘Ik sta op het station', zei hij. Ik vroeg: 'Oh, wat doe je daar?' 'Ik ga zo voor de trein springen.’ Toen schrok ik. Ik ging het gesprek met hem aan en zocht naar aanknopingspunten. Uiteindelijk lukte het me om hem te overtuigen naar huis te gaan.
Dat soort gesprekken blijven je wel bij. Het is niet zo dat het me de hele dag bezighoudt, want dan houd je dit werk niet vol. Ik schrijf het na mijn dienst van me af en dan ben ik het kwijt. Ik kan niet meer doen dan mijn best om hem bij dat spoor weg te halen.
Hulp via de telefoon
Dit telefoontje was alweer van een tijdje geleden. Ik werk inmiddels al 27 jaar voor De Luisterlijn. Ik wilde iets betekenen voor de maatschappij en vond de telefoon een veilige manier. Ik dacht eerst aan De Kindertelefoon. Maar daar was ik direct van genezen, toen ik een dagje meeliep. Die kinderen haalden soms echt het bloed onder mijn nagels vandaan. Dan zat je midden in een serieus gesprek en lachten ze je opeens uit, om vervolgens op te hangen. Ze hadden je voor de gek gehouden.
Via een wijkblaadje zag ik dat De Luisterlijn vrijwilligers zocht. Toen heette het nog SOS Telefonische Hulpdienst en was het een organisatie die namens de Provincie Limburg werkte. Ik kreeg een opleiding en een mentor. Die deed dit werk al zes jaar. Ik dacht toen: wat een lange tijd. En nu zit ik hier al 27 jaar. Het geeft nog altijd voldoening om een luisterend oor te bieden. Ik kom zelf uit een beschermde omgeving, met een fijn gezin. Aan de telefoon verbaasde ik me in die jaren regelmatig over wat sommige mensen allemaal meemaakten.
Luister met aandacht en geduld
De eerste keer alleen een dienst draaien is heel spannend. Je weet niet wie er gaat bellen. Die spanning merk ik ook bij de nieuwelingen van nu. Je bent oh zo bang om de beller te kwetsen. Daar raak je later wel aan gewend. Ja, mensen worden weleens boos, maar daar moet je mee leren omgaan. Als het niet klikt, dan ligt dat niet aan jou persoonlijk. In het begin baalde ik ook echt weleens van een gesprek dat niet liep, nu weet ik dat die telefoontjes voorkomen.
Mijn belangrijkste tip: luister met aandacht en geduld, maar probeer het probleem niet op te lossen. Dat lukt vaak toch niet. Je kunt wel goede vragen stellen, die de beller een nieuw perspectief bieden. En herkenning tonen, ook dat helpt. Als iemand problemen heeft met de kinderen, dan kan ik vertellen dat ik zelf ook kinderen heb. Laatst belde een vrouw die getrouwd was met een uit Pakistan. Dat was geen fijn huwelijk, maar scheiden is een taboe in dat land. Ik merkte dat het haar alleen al hielp dat ik oprecht luisterde en aangaf ooit in Pakistan te zijn geweest. Ze voelde zich helemaal begrepen en sloot het gesprek opgelucht af.
Ik probeer bellers altijd te wijzen op een positief aspect uit hun verhaal. We krijgen soms mensen aan de lijn die niet blij zijn met een hulpverlener, bijvoorbeeld hun psychiater. Dan denk je eerst: oh nee, wat moet ik hier nou mee? Maar als je heel goed luistert, heeft ieder verhaal iets positiefs. Als iemand bijvoorbeeld in een bijzin laat vallen buiten de deur een kop koffie te hebben gedronken, dan vraag je hoe dat was. Dan laat je de klacht even links liggen, want daar kun je toch niks mee. Het is een kwestie van heel actief en goed luisteren.
En durven. Iemand durven onderbreken, een belangrijke, wellicht ongemakkelijke vraag durven stellen en een gesprek durven af te kappen. Sommige mensen hebben echt heel grote problemen, die mogen gerust een uur bellen. Maar als iemand steeds in herhaling valt, dan probeer ik het gesprek wat eerder af te sluiten. Ik heb altijd dienst van half 4 tot half 8 en kan het gesprek bijvoorbeeld afronden door te vragen naar wat de beller gaat eten vanavond. Dat zijn van die slimmigheidjes.
Meer vrijwilligers nodig
Ik ben na mijn dienst moe, maar ook voldaan. Ik kan echt iets betekenen. Bijvoorbeeld voor eenzame mensen, die bellen en zeggen dat ze in twee dagen tijd alleen hun huishoudelijke hulp even hebben gezien. Alleen al door ze een luisterend oor te bieden, help jij deze mensen even van hun eenzame gevoel af. Hopelijk melden meer vrijwilligers zich bij De Luisterlijn. Soms staan bellers nu een half uur in de wacht. Dat vind ik pijnlijk.”