DAG EN NACHT EEN LUISTEREND OOR

DAG EN NACHT

EEN LUISTEREND OOR

Kasper (30), vrijwilliger bij de extra lijn

'Soms vind ik het zwaar om de gesprekken te voeren. Wat mij dan heel erg helpt, is de gedachte dat ik heel kort iets voor iemand heb kunnen betekenen.'

Kasper beantwoordt sinds april, als een van de 150 tijdelijke vrijwilligers, de coronapraatlijn. Hij is 30 jaar en woont met zijn vrouw in Zuidlaren. Sinds de half maart werkt hij thuis, vergadert veel online en merkte dat hij zich al af en toe eenzaam voelde en dat maakte dat hij zich aanmeldde als luisterend oor bij de Luisterlijn. 

"Mijn vrouw en ik werken de afgelopen manden allebei vanuit huis. Ik zit in de studeerkamer en zij werkt in de keuken. Mijn vrouw werkt als docente op het HBO en zit veel in overleg, of geeft online les. Ik werk als Fieldmanager bij een grote IT-dienstverlener. Ik geef daarbij leiding aan een grote groep servicedeskmedewerkers. En heb veel online-vergaderingen. Mijn vrouw en ik zitten dus niet in dezelfde ruimte. Dat maakt dat ik het soms best eenzaam vind en collega's om mij heen mis, ondanks dat we verschillende media voorhanden hebben die de interactie met elkaar faciliteren. Het voordeel is dat ik meer vertrouwd raak met deze manier van werken en later, als alles weer normaal is, vermoedelijk veel minder reisbewegingen zal maken. Zoals eigenlijk met alles: deze tijd heeft duidelijk negatieve en positieve kanten. Het is de kunst om de nadruk te blijven leggen op het positieve, waardoor ik genoeg energie houd om er te kunnen zijn voor iedereen die een luisterend oor nodig heeft van de coronapraatlijn."

Wat was je motivatie om dit vrijwilligerswerk (al dan niet tijdelijk) te gaan doen?
"De motivatie om vrijwilligerswerk te doen, was er al een tijdje. Ik heb een stabiel leven; ik ben gezond, mijn familie is gezond, ik heb werk en ik heb een huis. Natuurlijk ken ik ook tegenslagen en heb ik levenservaring opgedaan in de loop der jaren, maar over het algemeen voel ik mij onderdeel van de sterkere schouder van onze samenleving. Daardoor voel ik mij verantwoordelijk om mensen te helpen die het minder voor de wind gaat. 

Ik merk dat het erg belangrijk is om er te zijn voor mensen die zich alleen of angstig voelen, of verlegen zitten om een praatje. Veel mensen die ik spreek, geven aan dat ze dankbaar zijn dat ze even een verhaal kwijt konden. Hoofdzakelijk zijn dit oudere mensen, maar ook jonge mensen heb ik al gesproken die bijvoorbeeld in hun werk te maken hebben met de gevolgen van het coronavirus en zich bijvoorbeeld zorgen maken over hun baan."

Welk gesprek is je het meeste bijgebleven?
"Dat is niet een enkel gesprek, maar juist de verscheidenheid aan gesprekken blijft mij bij. Veel gesprekken gaan over eenzaamheid of angst. Ook vinden mensen het prettig om samen met mij hun dag door te nemen. Een dag waarbij het leven met het coronavirus nog steeds de rode draad is, al wordt dat minder. Wat ik bijzonder vind, is dat niet alle gesprekken een zware lading hebben. Zo sprak ik op een zonnige ochtend in mei een dame die mij wilde vertellen hoe zij deze mooie dag zou doorbrengen. Het was een erg positief gesprek waarin ze mij meermaals aan het lachen maakte. Ook dat maak je dus mee.

De allereerste keer dat ik inlogde en mijn eerste gesprekken voerde als vrijwilliger, sprak ik een jonge vrouw die werkte bij een woongroep voor oudere mensen. Het coronavirus had daar genadeloos toegeslagen met alle gevolgen van dien. Ze vertelde mij over de foto's van een aantal bewoners die ze voor aanvang van haar dienst uit voorzorg omdraaide, omdat het gemis van deze bewoners erg groot was. Dat gaf me kippenvel.

Soms vind ik het zwaar om de gesprekken te voeren. Dat heeft soms te maken met mijn eigen valkuilen (het snel willen overgaan tot het geven van advies), maar ook omdat je het verdriet, de eenzaamheid of de angst van mensen soms in hun stemgeluid kunt horen. Wat mij dan heel erg helpt, is de gedachte dat ik heel kort iets voor iemand heb kunnen betekenen."