Trix besloot te stoppen als vrijwilliger… “Ik mis de bijzondere gesprekken.”
De coronamaatregelen beïnvloedde ook het werk van de Luisterlijn-vrijwilligers. Trix (80) besloot na 16 jaar haar vrijwilligerswerk op te zeggen. “Ik kreeg het gevoel dat ik niet echt meer iets kon bijdragen”.
“Respect voor de gesprekspartner is altijd mijn belangrijkste drijfveer geweest. Je bent er voor mensen voor wie het leven moeilijk is; soms of altijd. Niemand belt ooit voor niets, ook al ervaar je zijn of haar probleem misschien anders. Als je dat besef niet hebt, ga je achteroverleunen en heb je geen goed gesprek.
Heftige situatie
Ik deed mijn telefoondiensten altijd liever op kantoor dan thuis. Dat hield in één klap op door de coronamaatregelen en dat vond ik erg lastig. Sowieso vond ik deze wereldwijde pandemie een heel heftige, bedreigende situatie. Nu viel plotseling het contact met de trainer, de administratieve kracht en de andere vrijwilligers weg. Ook in de rest van mijn sociale leven - fitness, mijn koor - vielen gaten. Omdat ik vanwege hartklachten tot een risicogroep behoor, was ik heel voorzichtig. Ik verveel me niet snel, maar de dagen waren soms lang met Netflix als enige pleziertje.
Je moet open kunnen luisteren
Ik merkte dat ik somber werd van de gesprekken die ik voor de Luisterlijn voerde en begon er gaandeweg tegenop te zien. Zeker in de laatste maanden van de winter, toen het koud en donker was, was het best zwaar. Ik kreeg steeds meer moeite met de persoonlijke problemen van mensen, terwijl er buiten een pandemie woedde. Soms ergerden de gesprekken me zelfs en dat kán niet. Een gesprekspartner moet zich veilig voelen en dat lukt alleen als je open en zonder oordeel luistert. Ik kon niet echt meer iets bijdragen.
Geen persoonlijk contact meer
Daarom besloot ik tot een time-out, om even wat afstand te kunnen nemen. Ik was van plan om daarna weer te beginnen, maar het ging niet meer; en ik voelde me intussen vervreemd van de organisatie. Wat ook meespeelde, was dat door het wegvallen van het persoonlijk contact, andere zaken me meer gingen opvallen: dat de organisatie zakelijker is geworden, bijvoorbeeld. Dat er meer mensen contact opnemen met grote, psychische problemen. Ik heb lange tijd geaarzeld, maar een paar weken geleden dan toch opgezegd. Maar ik mis het wel hoor, ja ik mis het wel. Ik heb het werk altijd heel fijn gevonden en heel bijzondere gesprekken gevoerd. Zonder corona was ik niet gestopt.”